Oplanger (van) dakspoor 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Oplanger": blz. 336 (1e betekenis: "verlengstuk van een dakspar waardoor een dakschild kan worden doorgetrokken over een lagere vleugel of aanbouw van boerderij of schuur. Zie ook: opsettel" - dit is de volledige tekst. Opmerking: onder 'aanloper' wordt niet naar 'opsettel' maar naar 'oplanger' doorverwezen en is kennelijk als synoniem daarvoor bedoeld - jp)